woensdag 3 augustus 2011

Simon las: Dieren Eten - Jonathan Safran Foer

Het is inmiddels tien geleden dat ik besloot om minder dieren te gaan eten. Reden was de MKZ-crisis, die in volle hevigheid woede. Voor de zoveelste keer zag ik hoeveel beesten moeten lijden om als voer voor mensen te dienen. Daarom kwam ik tot de conclusie: varkens, koeien, kippen, ze smaken heerlijk, maar als er zoveel ellende voor nodig is, hoeft het voor mij niet meer. Ik kan, net als ieder mens, namelijk prima zonder.

Om niet direct cold turkey te gaan, vond ik wel dat ik nog vis mocht eten. Anders werd de switch in mijn voedingspatroon te heftig, zo was mijn redenatie. Tot op heden heb ik dat volgehouden. Wel vis, geen vlees. Of, in ieder geval, zo min mogelijk vlees. In verband met de sfeer bij mij thuis eet ik heel soms namelijk wel wat van die lekkere rommel mee. Mijn vriendin eet er namelijk zoveel mogelijk van en zij is de persoon die meestal kookt. Ik begrijp dat het lastig is om altijd apart te koken. Mijn voorstel aan haar om ook te stoppen  met die vuiligheid, is afwisselend met hoongelach en kwade blikken van de hand gewezen.

Vorige week las ik het boek Dieren Eten van de bewierookte Jonathan Safran Foer. De jonge Amerikaan met Joodse roots schreef na Extreem luid & ongelooflijk dichtbij en Alles is verlicht voor het eerst een non-fictie boek. En hoe. Zijn bijna 300 pagina's tellende journalistieke/filosofische onderzoek naar het vleeseetgedrag van mensen (voornamelijk Amerikanen) is fenomenaal. Zelden heb ik zo'n oprecht, slim, confronterend maar ook objectief boek gelezen. Het heeft mijn ogen weer eens geopend; ik heb de juiste keuze gemaakt, door zo min mogelijk beesten te eten.

Er zijn drie voornamelijke redenen, waarom het opeten van dieren slecht is:

1. Het gaat gepaard met veel dierenmishandeling
2. Het milieu wordt er vreselijk door verpest
3. De mensenrechten zijn in het geding

Foer slaat de lezer om de oren met duizelingwekkende cijfers. Bijvoorbeeld: De bijdrage van de veeteelt aan het broeikaseffect is 40% hoger dan die van de gehele transportsector; het is de hoofdoorzaak van het broeikaseffect. Wat er, bijvoorbeeld, uit moderne varkens komt is puur vergif. Normale schijt van biggen is lang niet zo slecht voor de grond, maar aangezien de beesten worden volgepropt met anti-biotica en andere meuk, poepen ze vreselijke stoffen uit.


Alleen bovenstaande, korte feiten, zouden voor een weldenkend mens genoeg materiaal moeten zijn om geregeld een hamlapje in te ruilen voor een sojaburger. Veel minder lekker van smaak, akkoord, maar het gevoel dat je eraan over houdt is veel beter.

Toch is het niet het doel van Safran Foer om mensen direct te laten stoppen met vlees eten. Nergens is er een belerend vingertje. Ook is het boek geen ellenlange opsomming van afschuwelijke horrordader van mensen tegen dieren. Overigens staan die er wel in. Hij somt verhalen op van mensen die werkzaam zijn of waren in de slacht. Ze vertellen over de gruwelijke manier waarop beesten, gewoon voor de lol, kapot worden geschopt, bespuugd of levend verbrand. Wat Foer, maar ook bekende psychologen die door de schrijver worden aangehaald, ermee wil zeggen: wie verplicht vreselijke dingen moet doen voor zijn werk, verandert in een monster.

De auteur is niet hypocriet. Hij at zelf, met veel plezier, vlees. Hij vond het lekker, maar hield er een rotgevoel aan over. Omdat hij ook wil zien hoe het anders kan, bezoekt hij boeren die nog van dieren houden. Ze staan erop dat hun kalkoen of koe op een zo'n diervriendelijk mogelijke manier wordt geslacht. Foer heeft heel veel sympathie voor deze mensen en noemt ze zelfs helden; ze zorgen ervoor dat de dieren een goed leven hebben. Toch hebben deze bedrijven het allemaal moeilijk. Door hun omgang met de beesten en hun manier van slachten zijn de producten logischerwijs wat duurder. Om die reden is hun bestaan in gevaar; mensen betalen namelijk niet graag voor de belangrijkste toevoeging op het dinerbord. Huizenprijzen zijn de laatste eeuw meer dan 100x duurder geworden, auto's idem dito. Vlees is alleen maar goedkoper geworden. Dat kan alleen maar door dieren afschuwelijk te behandelen. Ze in steeds grotere getalen, in steeds kleinere hokken te stoppen. Ze in no-time rijp te maken voor slacht en ze zo min mogelijk voer te geven.
Overigens; die dieren die worden gegeten zijn vaak helemaal geen varkens, koeien, kippen of vissen meer. Het zijn de doorgefokte broertjes of zusjes, waar wellicht wat dna van de originele dieren in zit, maar dat voor de rest nog maar bar weinig met de echte beesten te maken heeft.

Sommige mensen werpen tegen dat het eten van vlees behoort tot de menselijke oerdriften. Of dat het een simpel gevalletje 'survival of the fittest is'. Grotere onzin is niet vaak uitgekraamt, of je moet ook vinden dat het onzin was om de Joden uit de concentratiekampen te bevrijden. Of, meer recent, dat we mensen in de Hoorn van Afrika moeten laten doodhongeren. Survival of the fittest, toch? Natuurlijk zal het een oerdrift zijn om vlees te eten, maar in het kader van fatsoen onderdrukt de mens gigantisch veel natuurlijke eigenschappen. Het eten van vlees kan makkelijk worden toegevoegd aan het rijtje.

Niet alleen komt Foer goed beslagen ten ijs als het gaat om feiten, cijfers en verhalen. Ook op creatief vlak is het boek sterk. Om aan te geven hoeveel dieren Amerikanen tijdens hun leven gemiddeld eten (het equivalent van 21.000), staat er bijvoorbeeld vijf pagina’s lang niets anders dan ‘Invloed / Verbijstering’. Foer: 'Één dier voor elke letter op de voorafgaande vijf pagina’s.’ Ook laat hij, op twee zwartgekleurde bladzijdes, zien wat de leefruimte is die een kip uit de vleesverwerkende industrie in zijn leven heeft.

Na het lezen van Dieren Eten kun je eigenlijk niet anders dan besluiten om het opeten van beestjes in elk geval te minderen. Je moet concluderen: dieren eten is niet gewoon slecht; het is verderfelijk. Er is geen speld tussen te krijgen, en iedereen die dieren eet weet dat ergens ook wel. Maar ja... bijna iedereen doet 't toch? Waarschijnlijk zullen weinig mensen, die vastbesloten zijn om hun geld dagelijks te doneren aan de vleesindustrie (en daarmee bij te dragen aan hongersnood), dit boek lezen. En dat is heel jammer, want hoewel een bal gehakt of een stuk biefstuk ongetwijfeld lekkerder smaakt dan een groenteschijf, is de onderliggende smaak van je vega hap een stuk prettiger. Zeker na het lezen van dit meesterwerk van de prachtige verteller Jonathan Safran Foer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten