vrijdag 19 februari 2016

Cultheld Nathan

Cultheld Nathan

Nathan Rutjes stond met zijn karakteristieke kapsel en braniegezicht inclusief gulle lach voor de camera van NOS Studio Sport. Zijn club Roda JC had zojuist met 1-0 van FC Utrecht gewonnen. Zeker voor een voetballer leverde hij goed geformuleerde volzinnen af, inclusief onvermijdelijke clichés: “Ik ben blij dat ik mijn bijdrage heb kunnen leveren”.

Toch was het vooral aanstekelijke voetballiefde die uit iedere vezel van Nathan spatte. “Ja, en jij straalt ook uit dat je van elke minuut wil genieten,” stelde Frank Snoeks, interviewer van dienst. Nou is Rutjes in het veld niet direct een speler van het type ‘afmaker’, maar zo’n voorzet hoef je ook hem niet te geven. “Ik ben 32 jaar, heb 5 jaar lang in de Jupiler League gespeeld en ik mág dít nog meemaken. Ik geniet van elke seconde en elke minuut die ik mee mag pakken en dat doe ik vol trots, dat meen ik echt,” straalde de Rotterdammer in Limburgse dienst.


Wanneer een voetballer een zin als de laatste uitspreekt, mag je best twijfelen aan de intenties. Bij Nathan Rutjes is dat niet nodig: hij meent het oprecht.
De middenvelder werd relatief laat opgemerkt door de betaald voetbal scouts. Via de Rotterdamse amateurclub Alexandria ‘66 kwam hij terecht bij Sparta, waar hij 7 seizoenen speelde. Dit tot ongenoegen van de grasmeester op Het Kasteel, want Rutjes ploegde de mat tijdens iedere thuiswedstrijd om. Nathan is bepaald geen speler waarvoor mensen in dikke rijen voor de ticketbalie achter elkaar aansluiten. Voor het mooie voetbal moet je  bij hem niet zijn. Dat liet hij op Spangen over aan Erik Falkenburg, Edouard Duplan of desnoods Kevin Strootman. Rutjes kende zijn rol als kilometervreter en sloper. Daarbij moet worden aangetekend dat hij tegenstanders toch voornamelijk sportief aanpakt: nooit zag ik ‘m een collega onder het gras stoppen.

Die rol, van pitbull, hadden ze bij Alexandria juist niet achter ‘m gezocht, vertelde een jeugdtrainer van die club mij ooit. Hoewel hij qua arbeidsethos boven iedereen uitstak, was hij technisch bovengemiddeld onderlegd. Vandaar dat ik Nathan, vlak na zijn doorbraak bij Sparta, uitnodigde om mee te werken aan de rubriek tips & trucs in GOAL!, toen dat blad nog VI Junior heette. We spraken af op een schoolpleintje bij hem in de buurt, in de Alexanderpolder te Rotterdam. Hij nodigde wat jonge straatgenoten uit om samen tips te geven voor leuke voetbalspellen op straat. In een kraakwit tenue stond hij op me te wachten. We hielden een balletje hoog, spraken wat dingen door, hadden het over koetjes en kalfjes maar de fotograaf, die voor deze rubriek essentieel was, kwam maar niet. De beste man stond in de file. Het maakte Nathan en de buurtjongens weinig uit. We doodden de tijd met pleinspelletjes: tienen, flessenvoetbal maar ook partijtje.
Terwijl de moeders in de Alexanderpolder de aardappels op het vuur zette, nam Nathan even contact op met het thuisfront dat het iets later werd. Bijna 2 uur na het afgesproken tijdstip, arriveerde de fotograaf. En hoewel ik eerder al een keer had voorgesteld dat we best een andere datum konden plannen, wilde hij er niks van weten. “Zoiets kan gebeuren joh, geeft niks,” zei hij tegen de kiekjesnemer van dienst. Vervolgens nam hij alle tijd van de wereld. Geen probleem.

In een tijd waarin vedettes persruimtes verlaten bij een slechte vraagwaarin topkeepers die van club wisselen worden bedreigd met ophanging en dat overbetaalde verdedigers hun collega's door middel van een homevideootje aanvallen, is de nuchterheid en dankbaarheid van Rutjes zeer welkom. Ik koester 'm en hoop dat hij de velden nog lang blijft omploegen. En dat hij af en toe, met wat jeugd uit Kerkrade, een potje gaat tienen.