vrijdag 15 oktober 2010

Mijn club wordt gesloopt

De kleedkamers stonken er naar pis, het was overal vies en die kantine leek in de verste verte niet op een Grand Café. Iets dat schijnt te moeten, bij een amateurvoetbalclub anno 2010. Maar op het oude complex van svDSO lagen de velden beschut, zodat je lekker kon voetballen. Een niet onbelangrijk detail voor wie zijn voetbalplezier wil vergroten. Nu heeft DSO een nieuw terrein. Met een kantine met van die hoge tafels en dito hippe krukken. Met een mooi terras en kleedkamers die voorzien zijn van glanzende witte tegels. Kleedkamers zonder zeiklucht. Maar eenmaal op het veld, waai je al uit je hemd bij windkracht 2. De vlaggen staan strak bij een zuchtje wind. Want een nieuw complex ligt vaak in een nieuwe wijk. In nieuwe wijken staan geen bomen, tenminste niet in Zoetermeer. Daar ben je dan mooi klaar mee, als voetballer. De rest van mijn voetballeven zal ik dus sowieso om de week uit mijn hemd waaien. Geen prettige gedachte. Misschien dat mijn zoontje, als hij onverhoopt toch niet bij Real Madrid komt te spelen, op zijn 30e lekker uit de wind wordt gehouden door de bomen op het nieuwe sportpark.
De hoofdtribune

Het oude sportpark wordt ondertussen gesloopt. Er komen straks gebouwen te staan op die plek. Wat groen was wordt grijs, zoals er in Zoetermeer wel meer grijs is. De velden liggen er verlaten bij. Het gras is veel te lang om nog te kunnen voetballen. Vandalen hebben alles wat nog kapot kon, kapot gemaakt en ondergekalkt. Zelfs de ruitjes zijn uit de dug-outs geslagen. Het is een intens troosteloos gezicht. Zelfs de zwervers die een tijd in de kantine hebben geslapen, zijn weg. Het is door alles en iedereen verlaten. Alleen werklui komen er nog om het plat te gooien. En toch heeft het wat, die verlaten velden met doelen zonder net. We houden er de moed dus maar in en zeggen: gelukkig hebben we de foto's nog.

Gouden regel: in de 2e helft speel je naar de tap toe. Dit doel verdedigde ik dus vaak in de 1e helft.
De kleedkamers, of wat daar nog van over is.

Entree van svDSO
Let op die pisbakken, die hangen er lekker bij

De beulen staan klaar om alles plat te leggen
Doel waarin ik vaak heb gestaan





maandag 11 oktober 2010

Sage Francis is anders

Naar hiphop-concerten gaan blijft een riskante aangelegenheid. Dat wil zeggen, als je een kaartje hebt gekocht is het altijd nog maar zeer de vraag of de artiest genegen is te verschijnen op de dag die je ticket vermeldt. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat:
-        *  rappers relatief vaak vliegtuigen missen.
-         *  Paspoorten van rappers statistisch gezien sneller verlopen dan bij gewone mensen (die niet rappen). Zonder paspoort, geen vlucht en dus geen concert.
-         *  Rappers per saldo meer familieleden hebben waarmee iets  aan de hand kan zijn, zodat het optreden geen doorgang kan vinden.
-          * Er nog zo’n 3487 redenen verzonnen kunnen worden waardoor meneer de poëet niet op de afgesproken tijd op de afgesproken plaats kan zijn.

Als de heren (rappende dames, ze zijn er wel maar nauwelijks op enig niveau te betrappen) toch hun vlucht weten te pakken, is het vaak afwachten geblazen hoe laat ze ten tonele verschijnen. 

Daarom is het extra gek dat ik me geen enkele zorgen maakte met betrekking tot het hiphop-concert dat ik vrijdag 8 oktober in Amsterdam bezocht. In de Sugar Factory stond Sage Francis. Rapheld in kleine kring. Diepzinnige tekstenschrijver, genie in een flesje, weirdo eerste klas.
Sage is anders. Hij rapt over politiek en over zijn jeugd bijvoorbeeld. Dat doet hij ook nog eens op een vrij lastig te doorgronden, poëtische manier. Niet voor niets is hij in zijn hometown New York een graag geziene gast op poetry-slams. Sage ziet er anders uit; hij is dikkig en heeft een grote baard (wat zijn extreme koelheid nog eens verder vergroot). Hij geeft leuke interviews (zoals deze) en leest boeken. En als je een boek kan lezen en begrijpen, is het juist  interpreteren van een vliegticket kinderspel.
Mijn vertrouwen blijkt dan ook gegrond. Want hij was van de partij, daar in dat (fijne) achterafzaaltje van de Melkweg. Samen met zijn evenbeeld B. Dolan, die de tent eerst mag opwarmen. Even na 21 uur verschijnt hij. Zonder dj, waardoor hij zelf de mp3’tjes in moet starten. Dat ziet er aanvankelijk wat knullig uit, maar als B. Dolan aan het rappen slaat piep je wel anders. De New Yorker ziet er sinister uit. Een zonnebril met één glas op zijn immense gok, een woeste baard om zijn grote smoel. Hij lijkt de microfoon op te willen vreten. Als een niets ontziende stoomwals dendert hij over de zaal heen. Met charme, agressie,  humor en een geweldige dosis inzet. Hij verpakt een ziedende tirade tegen het geloof en een eerbetoon aan Marvin Gaye in één song. Hoogtepunt vormt het nummer Kitchen Sink met daarin de even grappige als briljante frase:
Is the kitchen in the house? Is the closet in the house?
Is the bedroom in the house?
Is the living room in the house?

Daarna is de meester zelf aanzet. Bij Sage Francis is alles anders. Hij komt dus niet van een trap af of achter een gordijntje aan de zijkant vandaan. Nee, Sage komt vanuit het publiek en stapt het podium op. Maar hé, wat is dat op zijn kop? Een mooi gedekt kapsel? Niks voor een doorsnee rapper, maar wel voor deze zonderling. Meteen doet hij even een bemoedigende mededeling: hij weet niet of hij ooit nog in Nederland op een podium zal staan. Dus of wij, het publiek, het goed vinden als hij er vandaag een extra lange avond van maakt. Maar natuurlijk!

En dus krijgen we een setje uitstekend gerapte, loepzuivere songs voor de kiezen. Met voorspelbare hoogtepunten als (voor de kenners) Makeshift Patriot, Dance Monkey en Best of times (een nummer dat hij samen maakte met Yann Tiersen. Dat schijnt heel bijzonder te zijn, al kende ik de man niet voor het horen van deze track. En dat schijnt weer heel erg te zijn, volgens muziekpuristen.). Maar ook verrassende toppers zoals Broken Wings, dat voor de gelegenheid wordt vergezeld door de muziek van de bijna gelijknamig Mr. Mister-hit.  
In een echte recensie zou nu ongeveer het stukje moeten volgen, waarin de kenner/schrijver uitlegt waarom het leuk/goed/geniaal/kut-met-peren was. En vooral: waarom. Welnu, het was briljant. Maar waarom? Dat kan ik niet precies zeggen. Ik denk vooral omdat het zo onberekenbaar was. Zelfs als je al iets heel alternatiefs verwacht weet Francis het toch nog even anders te doen. Is tijdens een rapconcert ooit de naam Marc-Marie Huijbregts in je hoofd opgekomen? Ik mag hopen en direct aannemen van niet. Bij Sage Francis gebeurt dat wel als hij, halverwege de show, zijn prachtig gedekte kapsel zo van zijn hoofd aftilt. De New Yorker weet zelfs een toupet nog tot iets cools te promoveren. Als hij vervolgens de microfoon oppakt en begint te rappen, ben je de Nederlandse cabaretier gelijk weer vergeten. Want er is bijna geen rapper die emotie in zijn stem zo goed kan overbrengen. Als hij iets geestigs beschrijft, hoor je dat direct, al zou je niet verstaan of begrijpen wat hij zegt. Is hij boos, dan lopen de rillingen over je rug. 

Na ruim anderhalf uur (okay, niet zo extreem lang maar al heel wat langer dan veel andere rappers) houdt hij het voor gezien. Nadat hij samen met B. Dolan nog wat stampers de zaal in heeft geslingerd, stapt hij van het podium af en staat hij tussen het publiek. Het is afgelopen. Ik heb hem gezien en godverredomme, wat ben ik daar blij mee.

maandag 4 oktober 2010

Koekie is een baas

Koekie is een baas. Altijd! Je weet zelluf.