dinsdag 26 augustus 2014

Toch mooi met Pirlo op de foto

Voorafgaand aan onze vakantie naar Italië stond het voor mijn zoontje al vast: er moest een Argentinië-shirt met nummer 9 komen. Ik vertelde hem dat spits Gonzalo Higuaín dat shirt altijd draagt. Het interesseerde hem weinig, zijn naam kon hij trouwens toch nauwelijks uitspreken. Shirt nummer 10 van Argentinië  (Messi) had zijn vriendje uit de klas al, dus dan was het handiger dat hij nummer 9 nam. Logisch en practisch tegelijk, zou je kunnen zeggen.
Maar bij welke souvenirshop, markt of andere verhandelaar van goedkope rotzooi we ook keken: een Argentinië-shirt van Higuaín was niet te vinden. Mijn zoon maakte daar niet zo'n punt van, het snuffelen tussen de shirts leek hem steeds meer te bekoren. Hij was al in het bezit van een Oranje-shirt met 9 op de rug (Van Persie dus), en daar kwam iets bij, zoveel stond vast. Het werd, om voor mij nog steeds onduidelijke redenen, het Brazilië-tenue van Neymar jr.. Ik zeg het eerlijk: als voetbalverliefde vader hoopte ik op PSG nummer 10 (Zlatan) of desnoods Barcelona 10 (Messi).  Napoli 10 (Maradona, nog steeds overal te vinden) zou ik zelfs een natte droom durven noemen. Hij haalde echter zijn neus op voor clubshirts. Pas sinds het WK heeft hij interesse voor voetbal, vandaar. Maar met Neymar kon ik prima leven, laat dat duidelijk zijn.


Nadat hij het prachtige groen-geel van de Goddelijke Kanaries een keer of 2 gedragen had, wilde hij nog een shirt. Verstandige ouders zeggen dan keihard 'nee'. Dat deden mijn vrouw en ik dus ook. Ik kon echter niet lang weerstand bieden aan zijn ontluikende liefde voor het spel waar ook ik zo van hou en beloofde hem na een tijdje nog een shirt. Ingegeven door de tsunami van Duitsers in Italië, vrijwel allemaal gehuld in 'Weltmeister'-kleding, wilde hij een voetbalshirt van 'Die Mannshaft'. Ik vertelde hem over Hitler, de oorlog, het WK 1974, de concentratiekampen, de taal, de fiets van zijn overgrootmoeder, Lothar Matthäus, Duits brood en Thomas Müller. Toen hoefde hij niet meer. (Nee hoor, Ouders van Nu, dat is een grapje. Over Matthäus vertellen, kan je een kind van 4 niet aandoen. Ik heb het hem alleen verboden!).

Toen kwamen we bij een zaak met een ruim gesorteerd assortiment. Ik hield hem de shirts in zijn maat voor: Italië 9 (Balotelli) en Real Madrid 7 (Ronaldo). Tot mijn grote schrik koos hij voor CR7. Mijn vrouw, pissig: "Laat dat shirt dan ook niet zien!". Ik probeerde het uit zijn hoofd te praten. Mijn vrouw deed mee. "Balotelli is toch leuker? Die is van Italië, dat is echt iets van hier," zeiden we. Maar zijn besluit stond vast en Ronaldo moest het worden. Ik gaf het shirt aan de verkoper en toen zag ik het ineens: het kraagje was oranje. Het was het shirt van vorig seizoen. Ik vertelde het aan mijn zoon, die nogal ijdel is. Hij hoefde het shirt niet meer.
Eén markt later wilde hij ineens de nummer 21 van Italië hebben (Pirlo). Die konden we gelukkig snel vinden. Oké, het is geen Maradona, maar toch minstens zo mooi als Zlatan. Iedereen was dolblij. Vooral ik.