woensdag 17 augustus 2011

Een lastige Fitchuation

Nog niet eens zo heel lang geleden hoorde ik voor het eerst van het kledingmerk Abercrombie & Fitch. Mensen die er kleding van hebben vertelden mij dat er altijd dikke rijen staan om de winkel in te komen. Voor mij niet meteen een aanprijzing om er te gaan shoppen, maar fashionistas schijnen daar anders over te denken. Een zaterdagbaantje bij deze broeken- & truienboer kan je alleen krijgen als je zelf een wasbordje meeneemt. Ook moet je bereid zijn de hele dag in je blote hol te lopen en tijdens het werk een kankerverwekkend Abercrombie luchtje in te ademen. Daarmee is de winkel namelijk vergeven. Tot slot moet je ook geen lintworm hebben, wil je in dienst treden. Een model werd eens ontslagen omdat hij op een fotoset in een croisantje hapte.



Het stel weekdieren dat dit tamelijk fantasieloze kledingmerkje runt heeft zichzelf vandaag opnieuw onsterfelijk belachelijk gemaakt. Een zekere meneer Mike Sorrentino kreeg een aanzienlijk bedrag geboden  als hij de kleding niet meer draagt. Sorrentino is een BA'er (Bekende Amerikaan) die een rol heeft in de MTV reallife-serie Jersey Shore. Daarin heet hij 'The Situation' en, toeval of niet, staat hij bekend om zijn wasbordje. Omdat Jersey Shore een mengeling is tussen Oh Oh Cherso en De Tokkies, wil Abercrombie liever niet dat hun kleding daarmee wordt geacocieerd. Vandaar dus de offerte aan de heer Sorrentino om er in het vervolg net zo bij te lopen als de Abercrombie-loonslaven; zonder shirt van het merk in kwestie.


Zulk soort berichten maakt mij vrolijk. Ik zie dat dan helemaal voor me. Een groep Abercrombie-kakkers, die stukken textiel in elkaar laat naaien door uitgehongerde en onderbetaalde kleuters in India, zit op het hoofdkwartier in Ohio.  Nippend aan exclusieve koppen Zuid-Timorese abrikozenkoffie lullen ze uren vol met de vraag hoe ze hun product in de markt gaan zetten. 'Abercrombie & Fitch staat voor casual kleding, volledig gericht op de jonge fashionlover die een sportieve look wil combineren met een klasse-uitstraling.' Dat werk. Dodelijk.

Dan komt de plaatselijke Jokertje op tv. Hij laat twee keer zijn broek zaken voor de camera. Het enige dat hij om zijn pauperhol heeft hangen is een Abercrombie & Fitch boxer. (Een detail dat 9 van de 10 MTV-kijkers vermoedelijk ontgaat, maar dat geheel terzijde) Daar gaat je zorgvuldig opgebouwde reputatie van kinderuitbuiters. Ineens behoor je tot de lowlifes, de losers, de laagste kaste van het stelsel.

Saillant detail is dat diezelfde  imago-bouwers van Abercrombie ooit op het lumineuze idee kwamen om meneer The Situations naam te misbruiken. Onder de noemer 'kakkerhumor' lieten ze een shirt drukken met de tekst Fitchuation. Lachen.

Nu is het dus aan The Situation om het geld aan te nemen of af te slaan. Ik hoop natuurlijk op het laatste. Zorgvuldig afbreken die tent, lijkt me. Als hij slim is, wat ik overigens betwijfel, koopt hij morgen een stapel onderbroeken van Bjorn Borg, een berg Dolce & Gabanna shirt en tien paar Gucci schoenen. Hij kan er stinkend rijk mee worden.

zaterdag 13 augustus 2011

Eindelijk Jim's steen gezien (deel 2) : De moevie

Een videoverslag van de Pelgrimstocht naar het graf van opperjunkie Jim Morrison.




vrijdag 12 augustus 2011

Eindelijk Jim's steen gezien

Sommige dingen moet ik in mijn leven gedaan hebben. Met de fiets een Franse berg beklimmen, bijvoorbeeld. Naar Boca Junior - River Plate gaan is ook zo'n wens. Ik heb er nog een paar, maar die zijn wellicht minder haalbaar dan de vorig genoemde en daarom onhandig om hier op te schrijven. Het bezoeken van het graf van Jim Morrison hoorde wel bij dat wensenlijstje. Hoorde, want inmiddels is het gebeurd; ik heb de steen van Jim gezien.
Vrijdag 5 augustus ging ik met mijn collega's van Zpress twee dagen naar Parijs. Dat was een verrassing. Vooraf wisten we niet wat we gingen doen. We moesten in Rotterdam verzamelen en daar zouden we het dan horen. Met frisse tegenzin arriveerde ik 's ochtends voor 8 uur. Mijn portemonnee was ik inmiddels op het station van Gouda al verloren, dus dat scheelde weer opletten op de reisbestemming.
Ik ben er eerlijk in; twee dagen (één nacht) met collega's opgescheept zitten, ik keek er niet echt naar uit. Mijn lichte chagrijn verdween snel toen ik begreep dat we naar Parijs zouden gaan. 'Jullie hebben daar hard voor gewerkt,' zei mijn baas. Dat klopte. Een uur later zaten we in de trein naar Frankrijk. Tijdens de reis werd ik gebeld door Eddy uit Gouda. Hij had mijn portemonnee gevonden en alles zat er nog in. Daar was ik erg blij om en ineens had ik zin in Parijs.
's Middags kwamen we aan en niet veel later werden we in lelijke eendjes door de lichtstad gereden. Drie bijna-dood-ervaringen en een fijne rit later stapte ik uit. Van de plaatsen die de gids tijdens het rijden beschreef begreep ik weinig. 'My accent is terrible,' zei ze telkens. Dat klopte, er was geen chocola van te maken. Het voelde alsof ik meedeed in 'Allo Allo'.
's Avonds aten we in de behoorlijk hippe Buddhabar. Het was Japans in een Europees jasje, maar toch was het lekker. Daarna gingen we loungen maar erg goed ging dat niet. Telkens wandelde er dames van de bediening langs zodat rustig bijpraten in het looppad lastig was. Wel was er bier, zodat je toch nog wat te doen had. Een flesje kostte 12 euro per stuk, dus dorst was duur. Gelukkig betaalde mijn baas een groot deel van die dorstlessers.

De volgende ochtend waren we vrij om te doen wat we wilden. Aangezien veel van mijn collega's het vrouwelijke geslacht hebben, gingen ze bijna allemaal shoppen. Dat is ook een hobby. Zelf wou ik naar Cimetière du Père-Lachaise, de beroemde begraafplaats van onder andere Jim Morrison. Mijn collega's Brenda en Joeri gingen mee. Dat was erg gezellig.
Op de gigantische begraafplaats was het een drukte van belang. Niet alleen met lijken en stenen, maar ook met bezoekers. Het graf van Jim vonden we redelijk snel. Er stond wel een rij om op de foto te kunnen met de steen van Jim. Gelukkig was er, vlak bij zijn graf, een boom. Daarop schreven mensen dingen. R.I.P. Jim, stond er. Een overbodige mededeling. Na een paar minuten wachten stonden we bij het graf. Veel bijzonders was het niet, maar toch was het indrukwekkend. Er stond een speelgoed krokodil op zijn steen en ervoor lag een schrift. KATA TON DAIMONA EAYTOY, las ik op zijn grafsteen. Op Wikipedia las ik later de betekenis. Er stond: "In het Oudgrieks is de strekking iets in de trant van: Trouw aan zijn ziel. In het Nieuwgrieks is de vertaling Hij schiep zijn eigen demonen." Beide vertalingen konden op Jim's leven slaan. Dat was verre van rustig, wist ik sinds het zien van de film The Doors van Oliver Stone.
Naast het graf stond een man quasi-nonchalant tegen een hek te leunen. Hij dronk een halve liter Kronenbourg bier en luisterde knoerthard naar The Doors. Door zijn oordopjes klonk duidelijk 'Touch me'. Als mensen op de foto wilden, nam de man met het bier de foto. Aan zijn accent te horen was het een Amerikaan.
Ik ging ook op de foto, want dat moest. Vond ik. "Smile," zei de Amerikaan. Ik deed het niet, vond ik toch ongepast ook al was Jim al 40 jaar dood.


Later vonden we ook nog het graf van Edith Piaf. Die was minder populair dan Jim. Er stond geen rij voor haar steen. Ik ging ook niet op de foto.

donderdag 11 augustus 2011

Coole clip van het moment: Prince EA - Backward Rappers

Nooit van gehoord, die hele Prince EA. Tot afgelopen week dan, toen ik deze videoclip van 'm zag. Toegegeven, het filmpje is beter dan het nummer, maar tekst en beeld passen wel prima bij elkaar. Voordeel voor raphaters: de track duurt nog geen twee minuten.


zondag 7 augustus 2011

Fotoshoot van Ayla

Zo nu en dan worden Boaz, Susanne en ik op de foto gezet door Ayla de Heer. Een jonge en nu al erg goede fotograaf, die nog veel beter gaat worden. Vandaag was het weer zo ver: de haren moesten keurig zitten, de gezichten op zonneschijn. De eerste plaatjes die we hebben ontvangen zijn veelbelovend.



 






woensdag 3 augustus 2011

Simon las: Dieren Eten - Jonathan Safran Foer

Het is inmiddels tien geleden dat ik besloot om minder dieren te gaan eten. Reden was de MKZ-crisis, die in volle hevigheid woede. Voor de zoveelste keer zag ik hoeveel beesten moeten lijden om als voer voor mensen te dienen. Daarom kwam ik tot de conclusie: varkens, koeien, kippen, ze smaken heerlijk, maar als er zoveel ellende voor nodig is, hoeft het voor mij niet meer. Ik kan, net als ieder mens, namelijk prima zonder.

Om niet direct cold turkey te gaan, vond ik wel dat ik nog vis mocht eten. Anders werd de switch in mijn voedingspatroon te heftig, zo was mijn redenatie. Tot op heden heb ik dat volgehouden. Wel vis, geen vlees. Of, in ieder geval, zo min mogelijk vlees. In verband met de sfeer bij mij thuis eet ik heel soms namelijk wel wat van die lekkere rommel mee. Mijn vriendin eet er namelijk zoveel mogelijk van en zij is de persoon die meestal kookt. Ik begrijp dat het lastig is om altijd apart te koken. Mijn voorstel aan haar om ook te stoppen  met die vuiligheid, is afwisselend met hoongelach en kwade blikken van de hand gewezen.

Vorige week las ik het boek Dieren Eten van de bewierookte Jonathan Safran Foer. De jonge Amerikaan met Joodse roots schreef na Extreem luid & ongelooflijk dichtbij en Alles is verlicht voor het eerst een non-fictie boek. En hoe. Zijn bijna 300 pagina's tellende journalistieke/filosofische onderzoek naar het vleeseetgedrag van mensen (voornamelijk Amerikanen) is fenomenaal. Zelden heb ik zo'n oprecht, slim, confronterend maar ook objectief boek gelezen. Het heeft mijn ogen weer eens geopend; ik heb de juiste keuze gemaakt, door zo min mogelijk beesten te eten.

Er zijn drie voornamelijke redenen, waarom het opeten van dieren slecht is:

1. Het gaat gepaard met veel dierenmishandeling
2. Het milieu wordt er vreselijk door verpest
3. De mensenrechten zijn in het geding

Foer slaat de lezer om de oren met duizelingwekkende cijfers. Bijvoorbeeld: De bijdrage van de veeteelt aan het broeikaseffect is 40% hoger dan die van de gehele transportsector; het is de hoofdoorzaak van het broeikaseffect. Wat er, bijvoorbeeld, uit moderne varkens komt is puur vergif. Normale schijt van biggen is lang niet zo slecht voor de grond, maar aangezien de beesten worden volgepropt met anti-biotica en andere meuk, poepen ze vreselijke stoffen uit.


Alleen bovenstaande, korte feiten, zouden voor een weldenkend mens genoeg materiaal moeten zijn om geregeld een hamlapje in te ruilen voor een sojaburger. Veel minder lekker van smaak, akkoord, maar het gevoel dat je eraan over houdt is veel beter.

Toch is het niet het doel van Safran Foer om mensen direct te laten stoppen met vlees eten. Nergens is er een belerend vingertje. Ook is het boek geen ellenlange opsomming van afschuwelijke horrordader van mensen tegen dieren. Overigens staan die er wel in. Hij somt verhalen op van mensen die werkzaam zijn of waren in de slacht. Ze vertellen over de gruwelijke manier waarop beesten, gewoon voor de lol, kapot worden geschopt, bespuugd of levend verbrand. Wat Foer, maar ook bekende psychologen die door de schrijver worden aangehaald, ermee wil zeggen: wie verplicht vreselijke dingen moet doen voor zijn werk, verandert in een monster.

De auteur is niet hypocriet. Hij at zelf, met veel plezier, vlees. Hij vond het lekker, maar hield er een rotgevoel aan over. Omdat hij ook wil zien hoe het anders kan, bezoekt hij boeren die nog van dieren houden. Ze staan erop dat hun kalkoen of koe op een zo'n diervriendelijk mogelijke manier wordt geslacht. Foer heeft heel veel sympathie voor deze mensen en noemt ze zelfs helden; ze zorgen ervoor dat de dieren een goed leven hebben. Toch hebben deze bedrijven het allemaal moeilijk. Door hun omgang met de beesten en hun manier van slachten zijn de producten logischerwijs wat duurder. Om die reden is hun bestaan in gevaar; mensen betalen namelijk niet graag voor de belangrijkste toevoeging op het dinerbord. Huizenprijzen zijn de laatste eeuw meer dan 100x duurder geworden, auto's idem dito. Vlees is alleen maar goedkoper geworden. Dat kan alleen maar door dieren afschuwelijk te behandelen. Ze in steeds grotere getalen, in steeds kleinere hokken te stoppen. Ze in no-time rijp te maken voor slacht en ze zo min mogelijk voer te geven.
Overigens; die dieren die worden gegeten zijn vaak helemaal geen varkens, koeien, kippen of vissen meer. Het zijn de doorgefokte broertjes of zusjes, waar wellicht wat dna van de originele dieren in zit, maar dat voor de rest nog maar bar weinig met de echte beesten te maken heeft.

Sommige mensen werpen tegen dat het eten van vlees behoort tot de menselijke oerdriften. Of dat het een simpel gevalletje 'survival of the fittest is'. Grotere onzin is niet vaak uitgekraamt, of je moet ook vinden dat het onzin was om de Joden uit de concentratiekampen te bevrijden. Of, meer recent, dat we mensen in de Hoorn van Afrika moeten laten doodhongeren. Survival of the fittest, toch? Natuurlijk zal het een oerdrift zijn om vlees te eten, maar in het kader van fatsoen onderdrukt de mens gigantisch veel natuurlijke eigenschappen. Het eten van vlees kan makkelijk worden toegevoegd aan het rijtje.

Niet alleen komt Foer goed beslagen ten ijs als het gaat om feiten, cijfers en verhalen. Ook op creatief vlak is het boek sterk. Om aan te geven hoeveel dieren Amerikanen tijdens hun leven gemiddeld eten (het equivalent van 21.000), staat er bijvoorbeeld vijf pagina’s lang niets anders dan ‘Invloed / Verbijstering’. Foer: 'Één dier voor elke letter op de voorafgaande vijf pagina’s.’ Ook laat hij, op twee zwartgekleurde bladzijdes, zien wat de leefruimte is die een kip uit de vleesverwerkende industrie in zijn leven heeft.

Na het lezen van Dieren Eten kun je eigenlijk niet anders dan besluiten om het opeten van beestjes in elk geval te minderen. Je moet concluderen: dieren eten is niet gewoon slecht; het is verderfelijk. Er is geen speld tussen te krijgen, en iedereen die dieren eet weet dat ergens ook wel. Maar ja... bijna iedereen doet 't toch? Waarschijnlijk zullen weinig mensen, die vastbesloten zijn om hun geld dagelijks te doneren aan de vleesindustrie (en daarmee bij te dragen aan hongersnood), dit boek lezen. En dat is heel jammer, want hoewel een bal gehakt of een stuk biefstuk ongetwijfeld lekkerder smaakt dan een groenteschijf, is de onderliggende smaak van je vega hap een stuk prettiger. Zeker na het lezen van dit meesterwerk van de prachtige verteller Jonathan Safran Foer.