zaterdag 20 juni 2015

Rennen in de Ardennen (deel 2)

Iedereen wandelt al bij de eerste puist
Daar sta ik dan. Midden op de eerste de beste heuvel. Geparkeerd, zoals dat dan heet. Ik buk wat verslagen naar voren, doe mijn handen op mijn knieën en probeer in een zo stevig mogelijk tempo naar boven de lopen. Ik haal veel andere lopers in. Dat deze heuvel zo plotseling zou opdoemen, wist ik. De jetser verschijnt als als een puist op het gezicht van een puber. Uit het niks is ie er opeens. Zes jaar geleden, toen ik hier voor de eerste keer liep, was dat een volstrekte verrassing voor mij. Nu was ik voorbereid. Toch valt het tegen, want godallejezus, wat is dat ding stijl.

In principe was alles vooraf goed gegaan. Mijn vorm was prima en ik had in de week voorafgaand aan 'Les Boucles Ardennaises' genoeg geslapen. De hele week, tot de avond ervoor. Samen met mijn maat Erik, die ook mee zou lopen, sliep ik in een hotel dat van buiten nog het meest weg had van het Spookslot in de Efteling. Toen een man van minstens 259 jaar ons de sleutel van de kamer overhandigde, konden we het ergste al vermoeden.
Die nacht bleek dat we zeker niet bang hoefde te zijn voor Casper het spookje, of één van zijn familieleden. Des te meer voor Henk Wijngaard en z'n collega's. Onze kamer lag aan een tamelijk drukke weg en aangezien het overdag 30 graden geweest was, hadden we de deuren naar het balkon open gelaten. Gevolg: ik werd 's nachts tot 3 maal toe zwetend wakker omdat ik dacht dat er een Scania door mijn kamer reed.

En nu stond ik daar dus, bovenaan die heuvel. Wetende dat ik mijn ritme gewoon weer moest oppikken. En denkende dat het nu wel even vlak zou worden. Dat eerste klopte, dat tweede niet. En daar ging het mis. Mijn moraal werd geknakt doordat er weer een helling volgde. Ik was nog geen 5 kilometer onderweg en nu al was de pijp bijna leeg. Gelukkig volgde een lange afdaling. Op weg naar de volgende klim.

"Wat is er met me aan de hand?," denk ik na zo'n 8 kilometer. Ik ben nauwelijks vooruit te branden. Alsof alle training voor niks is geweest. Mijn goede conditie als sneeuw voor de zon verdwenen. Speelt een gebrek aan suiker deze diabeet parten? Altijd weer die twijfel over mijn glucosegehalte als het even niet goed gaat. Moet ik mijn gel nemen en daarmee het risico lopen dat mijn suikerspiegel tot boven de boomgrens reikt?

Ik probeer mezelf in de ogen te kijken: "Kijk om je heen, het is hier prachtig. Geniet van het uitzicht en probeer ritme te zoeken." Langzaam pak ik de draad op. Na 11 kilometer lijkt het hoogste punt bereikt en probeer ik logisch na te denken. De laatste 10 kilometer worden alleen maar beter.

Mijn tempo stijgt gelijk mijn moraal. En dan komt, na ongeveer 13 kilometer dat prachtige punt. Een boerenschuur waar je doorheen moet lopen. Snel pak ik mijn telefoon en zet de camera aan....
Het parcours gaat door deze boerderij. 


Vanaf dat moment kan het niet meer stuk. Ik versnel éénmaal en nog eens. Ik kijk op mijn klokje en zie dat ik kilometers afleg met een tempo van ongeveer 4m20sec per kilometer. Drie stukken bos, veel dalingen een enkel heuveltje en een verzorgingspost later arriveer ik weer in La Roche. Via het park voor het beroemde kasteel hol ik naar de finish waar ik aankom in een tijd van 1:44:35. Er zijn er slechts 38 voor me, van de 269 deelnemers aan de halve marathon.


Aan het bier kan ik niet, zoals veel van mijn collega's wel doen. Ik moet nog in de auto naar huis. Met een goed gevoel, een mooie ervaring en veel schokkerige foto's op zak.
Voor de start, als alles nog zo leuk lijkt.

De stemming komt er altijd in met een draaiorgel.

Afzie-selfie






Geen opmerkingen:

Een reactie posten