zondag 2 maart 2014

Simon las: LEO - Lijden en lachen met Leonardo Vitor Santiago

Afgelopen week sprak ik voor mijn werk met de fonkelnieuwe Vitesse-aanwinst Bertrand Traore. De 18-jarige speler uit Burkina Faso tekende in januari van dit jaar een contract bij Chelsea. Nog voor de inkt droog was, had het Londense handelshuis in voetballers hem verhuurd aan de club uit Arnhem. Toen Traore zijn handtekening zette was er (volgens de speler zelf) nooit met hem over verhuur gesproken. Alles leek achter zijn rug om al beslist. Dat was ook al zo toen het giga-talent op 16-jarige leeftijd vanuit Afrika naar Engeland vertrok om te gaan 'studeren'. Chelsea had 'm toen officieel geen contract aangeboden, maar iedereen wist al wel dat hij uiteindelijk zou gaan tekenen voor die club. En zo geschiede. De wereld van het voetbal is soms schimmig.

Het deed me even denken aan Leonardo Vitor Santiago, de ooit zo gevierde balgoochelaar van Feyenoord. Op zijn 11e werd hij uit de Braziliaanse favella's getrokken om in Rotterdam Zuid te gaan wonen. Zijn loopbaan zou ups- en downs kennen, maar de enorme belofte maakte hij niet waar. Via NAC, Ajax en Red Bull Salzburg is hij inmiddels bij Ferencváros terecht gekomen.

Voormalig NUsport-journalist Bart Vlietstra schreef een boek over de Braziliaanse dribbelaar. Het is geen standaard biografie, maar een bijzonder mooie en liefdevolle bundel over vriendschap geworden. Niet alleen u doet er verstandig aan dit leesvoer aan te schaffen, ook ALLE beleidsbepalers van voetbalclubs zouden 'LEO - Lijden en lachen met Leonardo Vitor Santiago' moeten lezen. Waarom? Het geeft een inkijkje in de wereld van een jongen die op zijn 11e uit zijn natuurlijke habitat werd weggeplukt om duizenden kilometers verder te gaan voetballen. Alleen. Zonder vrienden of familie.

Traore is ook een soort Leonardo. Waar voetbalclubs in de kereltjes vaak een mogelijke zak geld zien, bekommeren weinig mensen zich om de jochies. Natuurlijk komen ze, net als Leo, vaak terecht bij een warm gastgezin. Ze worden op een taalcursus gezet en krijgen af en toe eens een aai over de bol van de trainer. Daar houdt de verantwoordelijkheid op. Wat het met een kereltje doet om ver van de ouderlijke schoot op te groeien, daar wordt weinig aandacht aan besteed. Geen moeder of vader die zo'n jongen tot de orde roept als hij naast zijn schoenen loopt of een draai om zijn oren geeft als hij zich misdraagt. Geen pa of ma om 'm te troosten wanneer hij het even niet meer ziet zitten, zo ver van huis en haard.

In het geval van Leonardo leidde zijn ontwrichte jeugd ertoe dat hij een bij vlagen onuitstaanbaar mannetje werd, zo blijkt ook weer uit het boek. Voor trainers en medespelers is hij een allesbehalve ideale teamgenoot. Hij blaft ze af: in hun gezicht, achter hun rug of in de media.Toch lijkt er bijna niemand met wie Leonardo meer problemen heeft dan met Leonardo zelf. De blessures, de vormcrisis, de ruzies met trainers, waar heeft hij het allemaal aan verdiend? Vlietstra probeert het hem uit te leggen. Gaat tegen hem in, zoals een vriend hoort te doen. Soms helpt het, meestal niet. Leo zwelgt graag in zelfmedelijden en is overtuigd van zijn eigen gelijk.

Gelukkig valt er ook genoeg te lachen in het boek, zoals de titel al doet vermoeden. Die humor zit 'm vooral in het 'Leolands', de naam die Vlietstra gaf aan het inemende, gemankeerde Nederlands dat de voetballer praat. 'Kloep' is club, Van Persie (die als groot fan van Leo het voorwoord schreef) wordt 'Vaanpers' en zijn favoriete drankje koffie verkeerd noemt hij 'kofferkeerextrasuik'. Het zijn niet alleen de fonetisch uitgeschreven quotes van Leo die de lezer een glimlach bezorgen. Ook de grilligheid van de Braziliaan is vaak onuitstaanbaar charmant en lachwekkend.

Waar alle omzwervingen Troare zullen brengen? We weten over een jaar of 10 pas. Laten we hopen dat hij zijn belofte wel inlost. Mocht hij dat niet doen dan gun ik het hem in elk geval dat hij zo'n aardige vent met vlotte pen ontmoet als Bart Vlietstra. Want Leo is dan wel nooit terechtgekomen bij een droomclub zoals Real Madrid, er is wel een boek van koninklijke klasse aan hem gewijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten